De taal geeft ons zoveel cadeautjes. Wie heeft er ooit bedacht dat kinderen op school ‘stof’ krijgen aangeboden? En hoe komen we aan het woord ‘werk-nemer’?
Soms krijgt een oud woord een nieuwe lading door een klein accentje aan te brengen. Foutje Moet Kunnen gaat over macht-hebbers (dus ook over degene die een aanvraag voor urgentie kan afwijzen).
En soms hebben we nieuwe woorden nodig. Hier een bloemlezing uit de woorden die ik bedacht om mijn lezers met andere ogen naar de wereld te laten kijken.
Academisme | De neiging om het zuiver uitvoeren van academische richtlijnen belangrijk te vinden dan het verwerven van kennis waarmee de praktijk vooruit geholpen kan worden. In Foutje moet kunnen. |
Bedoeld onbekwaam, onbewust destructief | Kenmerk van beslissers die gestandaardiseerde besluiten nemen op basis van sterk gefilterde informatie. In Foutje moet kunnen. |
Belastinghalersparadijs | Een land dat goed zorgt voor mensen die uit de schatkist leven. In Foutje moet kunnen. |
Belijdersbonus | Beloond worden (bij voorbeeld in je carrièremogelijkheden) omdat je uitspreekt dat je pleitbezorger voor Belangrijke Dingen bent (zoals ‘mensenrechten’, of ‘het klimaat’). Dat je niet weet hoe deze idealen in praktijk gebracht kunnen worden maakt daarbij niet uit. In Foutje moet kunnen. |
Bestuurderskunde | De wetenschap die overheidsbeslissingen bestudeert vanuit het perspectief en de belangen van bestuurders. In Foutje moet kunnen. |
Blaastest | Onderzoek waarvan de uitkomsten bepaald zijn door factoren die niet zijn onderzocht (heeft de ene auto snellere banden dan de ander, of moest de chauffeur vaker naar het toilet). In Handboek voor Waarzeggers. |
Blindheidsafspraken | Door vast te leggen waar partijen in de komende jaren op gaan focussen (bijv. in een visie of missie) wordt onbedoeld afgesproken waar je géén oog voor hebt. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. In Foutje moet kunnen. |
Coalitis | De gedachte dat je grote problemen alleen samen kan oplossen, vaak gebruikt om te rechtvaardigen dat professionals meer tijd en geld aan elkaar besteden dan aan hun cliënten. In columns. |
Fabula | Een overtuiging die niet op de werkelijkheid gebaseerd is maar op een zelf gecreëerde schijnwereld. Hiermee kan jezelf kan presenteren als Goed Mens. In Foutje moet kunnen. |
Femella | Aspect van de persoonlijkheid van mensen dat zich niet laat zien in objectiverende gesprekken met een therapeut (zoals de homunculus) en dat ook niet in staat is tot regulering van andere aspecten. In Voorbij de grenzen van zelfredzaamheid. |
Goedheidswaan | Blindheid voor de voor mogelijk desastreuze gevolgen van de eigen goede bedoelingen. In Foutje moet kunnen. |
Het Enveloppenmodel | Besluiten nemen op basis van twee opties waarvan je alleen de buitenkant kunt beoordelen. In Foutje moet kunnen. |
Hinderonmacht | Het verbieden van maatwerkoplossingen omdat je je geen manier weet om de nadelen daarvan te hanteren. In Foutje moet kunnen. |
Huilhandel | Beschaving als babbeltruc (hoe je een boer van zijn overschotten af helpt zonder hem terug te hoeven geven wat-ie van je vraagt). In columns. |
Imaging disorder | Moeite met het vormen van een realistisch beeld van de wereld om je heen en in jezelf. In Voorbij de grenzen |
Imagining disorder | Moeite met het vormen van een realistisch toekomstbeeld. In Voorbij de grenzen |
Impact disorder | Weten wat je anders zou willen doen, maar niet weten hoe je dat voor elkaar krijgt. In Voorbij de grenzen |
Kwasitatief | Kwasitatieve uitspraken zijn uitspraken die zinspelen op de omvang van problemen of op aantallen mensen zonder dat geprobeerd is om die objectief vast te stellen: best wel heel veel, of zo. Vaak gebruikt om de eigen overtuigingen een zweem van algemeenheid te geven: de meeste mensen vinden … . In Handboek voor waarzeggers en Foutje moet kunnen. |
Lekkebandsyndroom | Staat van permanente verbijstering over besluiten die niet gebaseerd zijn op analyse van het probleem. In Foutje moet kunnen. |
Minarchie | (Niet van mij): een staatsvorm waarbij de overheid gelijkheid organiseert door weinig regels te stellen . In Foutje moet kunnen. |
MIN-management | Kiezen voor de aanpak met de (voor ons soort mensen) minst irritante nadelen. In Foutje moet kunnen. |
MoJaBe | Het bedrag dat iemand met een modaal inkomen jaarlijks aan belastingen uitgeeft. Ongeveer € 16.000 per jaar. Te gebruiken als rekeneenheid om de prijs van overheidsuitgaven voelbaar te maken: een gemeente ontvangt per inburgeraar ongeveer één Mojabe. In Foutje moet kunnen. |
Neo-aristocratie | Een samenleving waarin besluiten worden genomen met de methoden en vanuit de waarden die gangbaar waren in adellijke gemeenschappen. In Foutje moet kunnen. |
No-go-party | Feest vieren omdat je op tijd besloten hebt om niet de verkeerde dingen te gaan doen. Daarmee eer je de ontwikkelaars en bescherm je toekomstige klanten. Handboek voor Waarzeggers |
Nulab | Niet uit te leggen aan burgers. In Foutje moet kunnen. |
One-size-kills-all | Het Procrustesbed waarin iedereen die te groot of te klein is wordt kleingemaakt of opgerekt. In Foutje moet kunnen. |
Obstructietheorie van de waarheid | Variant op de constructietheorie: professionals kunnen (bewust of onbewust) geconstrueerde werkelijkheden gebruiken om de vrijheid van cliënten in te perken. Bij voorbeeld het begrip ‘Onderwijsachterstand’ kan gebruikt worden om kinderen verplicht extra lessen te laten volgen, niet in de talen die ze wel spreken maar in de taal die de beslisser beheerst en belangrijk vindt. In Foutje moet kunnen. |
Pakkenproletariaat | De groep mensen die ‘alleen kan lezen en schrijven’ en werkloos zou worden als de overheid geen geld zou vrijmaken voor niet-urgent werk. |
Post-normale wetenschap | (Naar wetenschapsfilosoof Kuhn): doormodderen met wetenschappelijke aanpakken die ooit hielpen om de problemen van een tijd te snappen, maar nu de vernieuwing in de weg zitten. In Foutje moet kunnen. |
Prietpratisering | Het werken met nauwelijks onderbouwde aannames in sectoren die zich heel erg afzetten tegen de marktsector (waar ‘privatisering’ zou plaatsvinden). In columns. |
Pseudo-individuele goederen | Dingen die één mens voor zichzelf nodig heeft (een huis, een opleiding, medische behandeling) maar die worden aangeboden als gestandaardiseerd en/of gesubsidieerd product. De aanbieder heeft er vaak ook een algemeen belang bij in gedachte (goede huisvesting van arbeiders verhoogt hun productiviteit, goed onderwijs is ‘goed voor de economie’. In Foutje moet kunnen. |
Schorteneconomie | Dat deel van de arbeidsmarkt waarin mensen goederen of diensten produceren in de nabijheid van klanten of cliënten, van schoenmaker tot chirurg. Vraagt om combinatie van ambachtelijkheid, sociale vaardigheden en opzoekvermogen. In Pakkenproletariaat |
Steelstelsel | De gedachte dat het eerlijker is dat mensen die zelf niet studeren de studiekosten betalen dan de mensen die dat wel doen. Ook toegepast op andere terreinen: gratis jazzfestivals, gratis kinderopvang. In Foutje moet kunnen. |
Sufjectable | Een oplossing die gemakkelijk verworpen kan worden door beslissers. Naar analogie van de term ‘satisficer’, bedacht door Herbert Simon (een oplossing die ‘goed genoeg’ is – suffice to satisfy. Sufjectable is opgebouwd uit delen van sufficiently rejectable. Zie ook MIN-management. In Foutje moet kunnen. |
Takswerking | Wat er met systemen en met mensen gebeurt als er belastinggeld in het geding is. In Foutje moet kunnen. |
Tekstverlening | Vormen van hulpverlening waarbij de cliënt vooral vragen moet beantwoorden of adviezen (of een preek) krijgt. In columns. |
Tijdroof | De praktijk dat beslissers mogen bepalen waar een burger zijn tijd aan besteedt. Zien ook Vrijmoetigersbeleid. In Foutje moet kunnen. |
Trias Belastica | De drie partijen rond overheidsfinanciën: belastingbetalers, belastingbepalers, belastinghalers. In Foutje moet kunnen. |
Tuinman darwinisme | De praktijk waarin de winnaars van de rat race mogen beslissen hoe de biotoop voortaan wordt ingericht. Daardoor zullen mensen die lijken op de winnaar het in de toekomst nog makkelijker krijgen. De panters mogen Blijdorp inrichten. In Foutje moet kunnen. |
Versaillisme | Jezelf superieur achten omdat je veel tijd besteedt aan reizen, geschiedenis, filosofie, kunst, natuurbeheer, gastronomie, dialoog, rituelen en relaties. In Foutje moet kunnen. |
Vosma | Voor ons soort mensen acceptabel. In Foutje moet kunnen. |
Vrijmoetigerbeleid | De neiging om burgers te verplichten of moreel onder druk te zetten om vrije tijd te steken in maatschappelijke taken. In columns |