Ik maak me al een tijdje boos over het lerarentekort. Of eigenlijk, over de onwil van de verantwoordelijke partijen om eens goed naar Plan B te gaan kijken: het verdelen van de onderwijstaken over bevoegde docenten en geschoolde jeugdprofessionals. Met de laatste niet in de rol van hulpverlener, maar als ‘agoog’: iemand die mensen helpt groeien binnen de sociale verbanden van de vriendenkring, de familie, de buurt, het verenigingsleven, het bedrijfsleven en de online community.
Dat onderwijsbonden, ministerie en vakbonden wegduiken voor de snelste oplossing voor het lerarentekort is ergerlijk. Maar pas echt pijnlijk wordt het nu dit tekort overal gebruikt – of misbruikt – wordt om het gebrek aan passend onderwijs te legitimeren. “We zouden best maatwerk willen leveren, maar ja, het lerarentekort.”
En nu was er de laatste versie van De Staat van het Onderwijs, waarin te lezen wordt hoe de kinderen van asielzoekers de rekening gepresenteerd krijgen van de onwil van de macht-hebbers in het onderwijs. Zo’n 2.000 leerlingen krijgen helemaal geen onderwijs, terwijl anderen maar een heel marginaal aanbod krijgen.
In haar brief aan de Tweede Kamer van 16 april 2025 verzucht staatssecretaris Mariëtte Paul maar weer eens dat ze helaas geen quick fix voor het lerarentekort heeft. Dus wel, mevrouw Paul. Maar dan moeten we ook eens een rondje de andere kant op durven lopen.
Ik klom maar weer eens in de pen. Het Nederlands Dagblad wilde mijn stuk graag publiceren.
Wil je het lezen zonder abonnement, stuur me dan een mailtje.